:title: Kaarten Sterren : De Dwaas
:source: http://www.kaartensterren.nl/pagina's%20tarotkaarten/arcana/pagina%2000%20dwaas.html
:language: nl_NL
:translation: en_GB
de dwaas, de dwaasen
De dwaas geloofde alles wat hem werd verteld.
the fool, the fools
The fool believed everything he was told.
de naïviteit
Zijn naïviteit zorgde ervoor dat hij iedereen vertrouwde.
the naivety
His naivety ensured that he trusted everyone.
de ontvankelijkheid
Zijn ontvankelijkheid voor nieuwe ideeën maakt hem een goede leerling.
the receptivity
His receptiveness to new ideas makes him a good student.
de verwondering
Hij keek met verwondering naar de sterrenhemel.
the wonder
He looked at the starry sky with wonder.
de openheid
Haar openheid over haar gevoelens maakte het gesprek makkelijker.
the openness
Her openness about her feelings made the conversation easier.
het plezier
Hij leest dat boek met veel plezier.
the pleasure
He reads that book with great pleasure.
de levenslust
Haar levenslust is aanstekelijk en inspireert anderen.
the zest for life
Her zest for life is contagious and inspires others.
zorgeloos, zorgeloze
Tijdens de vakantie voelde hij zich zorgeloos en ontspannen.
carefree
During the holiday, he felt carefree and relaxed.
staan voor
Ze staat voor eerlijkheid en integriteit in haar werk.
to stand for
She stands for honesty and integrity in her work.
de chaos
Na de storm was er complete chaos in de stad.
the chaos
After the storm, there was complete chaos in the city.
het ontstaan
Het ontstaan van de stad gaat terug tot de middeleeuwen.
the origin
The origin of the city goes back to the Middle Ages.
het vooroordeel, de vooroordelen
Hij had een vooroordeel over de nieuwe collega, maar dat veranderde snel.
the preconception, the preconceptions
He had a preconception about the new colleague, but that changed quickly.
onbekommerd, onbekommerde
Ze liep onbekommerd door het park, genietend van de zon.
unconcerned
She walked unconcerned through the park, enjoying the sun.
de onschuld
Zijn onschuld was duidelijk, maar toch werd hij beschuldigd.
the innocence
His innocence was clear, but he was still accused.
de reinheid
De reinheid van het water in de bergbeek is indrukwekkend.
the purity
The purity of the water in the mountain stream is impressive.
helemaal
Ik ben helemaal klaar met mijn werk voor vandaag.
completely
I am completely done with my work for today.
blanco
Hij gaf me een blanco formulier om in te vullen.
blank
He gave me a blank form to fill out.
zich voordoen
Hij doet zich voor als een expert, maar weet niet veel van het onderwerp.
to present oneself
He presents himself as an expert, but knows little about the topic.
betreden
Je mag de kamer pas betreden nadat je je hebt ingeschreven.
to enter
You may enter the room only after you have signed in.
vaak
Ik ga vaak naar de bibliotheek om te studeren.
often
I go to the library often to study.
de verbazing
Tot ieders verbazing won hij de wedstrijd.
the amazement
To everyone's amazement, he won the competition.
de verwachting, de verwachtingen
De verwachting is dat het morgen gaat regenen.
the expectation, the expectations
The expectation is that it will rain tomorrow.
het levensterrein, de levensterreinen
Zijn levensterrein als kunstenaar is gericht op schilderen en beeldhouwen.
the area of life, the areas of life
His area of life as an artist is focused on painting and sculpture.
wijzen
De leraar wijst altijd naar het bord wanneer hij iets uitlegt.
to point
The teacher always points to the board when he explains something.
idioot, idiote
Zijn idiote opmerking zorgde voor veel verwarring.
idiotic
His idiotic comment caused a lot of confusion.
wonderlijk, wonderlijke
Het is wonderlijk hoe snel de tijd vliegt.
wonderful
It is wonderful how quickly time flies.
bijzonder, bijzondere
Dit schilderij is bijzonder door de levendige kleuren.
special
This painting is special because of the vibrant colors.
de gebeurtenis, de gebeurtenisse
De bruiloft was een belangrijke gebeurtenis in hun leven.
the event, the events
The wedding was an important event in their life.
onverantwoordelijk
Het was onverantwoordelijk om zonder verzekering te reizen.
irresponsible
It was irresponsible to travel without insurance.
het gedrag
Zijn gedrag was ongepast tijdens de vergadering.
the behavior
His behavior was inappropriate during the meeting.
vernieuwend, vernieuwende
De vernieuwende ideeën van de jonge ondernemer werden goed ontvangen.
innovative
The innovative ideas of the young entrepreneur were well received.
de ervaring, de ervaringen
Ze heeft veel ervaring in het werken met kinderen.
the experience, the experiences
She has a lot of experience working with children.
meestal
Meestal drink ik koffie in de ochtend.
usually
Usually I drink coffee in the morning.
de trek
Na een lange wandeling had ik de trek in iets te eten.
the craving
After a long walk, I had a craving for something to eat.
vallen
Hij is van de trap gevallen en heeft zijn arm gebroken.
to fall
He fell from the stairs and broke his arm.
het gevaar, de gevaren
Er is gevaar van overstromingen door de zware regenval.
the danger, the dangers
There is danger of flooding due to the heavy rainfall.
inhouden
Het project houdt veel werk en samenwerking in.
to entail
The project entails a lot of work and cooperation.
de kracht, de krachten
De atleet toonde veel kracht tijdens de wedstrijd.
the strength, the strengths
The athlete showed a lot of strength during the competition.
liggen
De sleutels liggen op de tafel.
to lie
The keys are lying on the table.
het vertrouwen
Het vertrouwen tussen de twee vrienden was sterker dan ooit.
the trust
The trust between the two friends was stronger than ever.
beschermen
De ouders beschermen hun kinderen tegen gevaar.
to protect
The parents protect their children from danger.
het instinct, de instincten
Zijn instinct zei hem dat iets niet klopte.
the instinct, the instincts
His instinct told him that something was wrong.
gedreven
Ze is een gedreven student die altijd haar best doet.
driven
She is a driven student who always does her best.
de nieuwsgierigheid
Zijn nieuwsgierigheid leidde hem naar het onbekende.
the curiosity
His curiosity led him to the unknown.
het doel, de doelen
Het doel van de vergadering is om de nieuwe strategie te bespreken.
the purpose, the purposes
The purpose of the meeting is to discuss the new strategy.
het begin
Het begin van het project was erg spannend.
the beginning
The beginning of the project was very exciting.
aangeven
Hij zal de juiste richting aangeven tijdens de wandeling.
to indicate
He will indicate the right direction during the walk.
de opdracht, de opdrachten
De leraar gaf ons een opdracht om thuis te maken.
the assignment, the assignments
The teacher gave us an assignment to do at home.
de kennis
Zijn kennis van de geschiedenis is indrukwekkend.
the knowledge
His knowledge of history is impressive.
voorbehouden
De toegang tot het gebouw is voorbehouden aan medewerkers.
to reserve
Access to the building is reserved for employees.
de taak, de taken
Mijn taak is om het project op tijd af te maken.
the task, the tasks
My task is to finish the project on time.
de relatie, de relaties
Ze hebben een goede relatie met hun buren.
the relationship, the relationships
They have a good relationship with their neighbors.
bekend
Deze stad is bekend om zijn historische gebouwen.
known
This city is known for its historic buildings.
vrolijk, vrolijke
Ze was vrolijk toen ze haar oude vrienden weerzag.
cheerful
She was cheerful when she saw her old friends again.
de kant, de kanten
Aan de kant van de weg stonden enkele auto's geparkeerd.
the side, the sides
On the side of the road, several cars were parked.
de verwijzing, de verwijzingen
De leraar maakte een verwijzing naar het boek tijdens de les.
the reference, the references
The teacher made a reference to the book during the lesson.
vreugdevol, vreugdevolle
Het was een vreugdevolle dag toen ze hun diploma ontvingen.
joyful
It was a joyful day when they received their diploma.
ongecompliceerd, ongecompliceerde
De oplossing was ongecompliceerd en gemakkelijk te begrijpen.
uncomplicated
The solution was uncomplicated and easy to understand.
het samenzijn
Het samenzijn met familie tijdens de feestdagen was erg bijzonder.
the togetherness
The togetherness with family during the holidays was very special.
speels, speelse
Het speelse hondje rende vrolijk achter de bal aan.
playful
The playful little dog ran happily after the ball.
het avontuur, de avonturen
Ze droomde van een groot avontuur in het verre buitenland.
the adventure, the adventures
She dreamed of a great adventure in a distant foreign land.